De afkomst van de Blauwe Rus is en blijft vaag. Deze vaagheid is ook terug te vinden in de vele namen die dit ras al gedragen heeft. Spaans Blauw, Maltees Blauw, Foreign Blauw en Archangelsk Blauw zijn maar enkele van deze namen. Toch zijn er sterke aanwijzingen dat het ras zijn oorsprong heeft in Noord Europa. Al vanaf de 16e eeuw zijn op Blauwe Russen gelijkende katten gezien en afgebeeld op het Kola Schiereiland, in de Noordelijke en Centrale delen van Rusland,in Zweden,in Noorwegen en in Denemarken. Dat de kat in elk geval in Rusland al heel lang voorkomt, bewijzen de folkloristische prenten die de Engelse zeelieden meenamen uit de havens van Rusland. Deze prenten hingen oorspronkelijk in de hutten van de Russische bevolking. De prenten verbeelden bijvoorbeeld een blauwe kat die door een stel muizen wordt begraven. Het zijn dezelfde Engelse zeelieden geweest die de kat naar Engeland hebben gebracht. Ze kochten deze katten in de haven van Archangelsk en namen ze op hun schepen mee naar de Engelse havens. Daar werden vele van deze scheepskatten aan wal verkocht.
De blauwe kat uit Archangelsk stond bekend om zijn goede jachtvermogen. Ook de prachtige volle, dikke en glanzende vacht met de structuur van beverbont maakte deze kat tot een geliefd dier. De Russisch Blauwe katten komen vanaf 1860 voor in de Engelse Kronieken. Het is heel goed mogelijk dat de kat echter al vanaf 1553 bekend was in Engeland. Toen stichtten de Engelsen namelijk hun eerste handelspost in Archangelsk. Het was ze te doen om timmerhout en huiden,om deze uit Rusland naar Engeland te exporteren.
Er zijn enkele legendes waarin de Russisch Blauwe kat een koninklijke rol speelt. Zo zou Tsaar Nicholaas de Tweede meerdere blauwe poezen naar het hof gehaald hebben. Er werd namelijk van deze poezen gezegd dat ze magische krachten hadden die zouden beschermen tegen kwade geesten. Om die redenen werden ze ook wel in de wiegjes van pasgeborenen gelegd. In een ander verhaal schenkt Catharina de Grote een blauwe poes aan de Engelse Koninklijke familie. Of deze verhalen op waarheid berusten weet men niet maar het is wel zeker dat de blauwe katten uit Archangelsk vanaf de tweede helft van de 19e eeuw met grote regelmaat naar Engeland werden gebracht.
Rond 1870 raakten de eerste Engelse fokkers in de ban van deze blauwe kat. Deze fokkers besloten de blauwe katten uit Archangelsk te gaan gebruiken om de inheemse Britse Blauw te verbeteren. Vooral de vachten van de Blauwe Brit konden niet tippen aan de dichte, zilverblauwe vacht van de Archangelsk katten. Deze belangstelling van fokkers zorgde ervoor dat in 1880 de eerste blauwe katten uit Rusland geshowd werden. Naar aanleiding van deze show kwam de belangstelling voor deze blauwe kat pas echt op gang en vanaf 1883 werden er steeds grotere hoeveelheden blauwe katten uit Rusland naar Engeland gehaald.
Een van de bekendste fokkers die de Rus importeerde was Mevrouw Carrew-Cox.
Zij importeerde diverse katten uit Archangelsk en was de eerste die een beschrijving gaf van het ras.
Zij schreef:" In 1890 kreeg ik Kolya.
Een prachtige blauw met witte kat.
Het dier was geëxporteerd van het Kola shiereiland, gesitueerd tussen de Witte- en de Barentzzee.
Het dier is op open zee verschillende malen van eigenaar verwisseld en uiteindelijk voor een schapenbout geruild in de Londense havens.
Kolya was een lieve, kleine kat. Het dier had een totaal rond snoetje en een zijdeachtige vacht.
Het is gestorven in november 1900."
Uit deze beschrijving blijkt dat er dus ook bi-colors waren onder de Russische katten.
Het zou kunnen dat deze bi-colors in het begin samen met de geheel blauwe katten, zij aan zij gefokt werden.
Volgens sommige mensen zou dit een verklaring kunnen zijn voor de soms opduikende witte vlekken in het ras.
Mevrouw Carrew-Cox bleef russen importeren. In 1883 bracht zij de russische kat Olga mee uit Archangelsk. Later ook nog de katten King Vladimir, Limpopo, Moscow, Odessa en Yula. De in 1898 geboren kater Bayard (uit Olga x King Vladimir) werd een beroemde dekkater van Mevr. Carrew-Cox cattery. Samen met o.a.de in 1901 geïmporteerde Yula werd hij de voorvader van vele van de Russen van nu.
In het door mevr. Simpson in 1903 gepubliceerde Boek van de Kat stond een ras beschrijving van de Rus. Deze was geschreven door Mevr. Carrew-Cox. Zij schreef: " Blauwe kortharige katten uit Rusland zijn zeer geliefd als huisdier. In elk seizoen zien ze er goed verzorgd uit en ze torenen wat betreft inteligentie en fokdier uit boven alle andere rassen. De meeste geïmporteerde katten hebben een meer scherpe dan rondekopvorm en sommigen hebben niet alleen een smal, mager gezicht, maar ook grote oren. De oren zijn licht behaard aan de binnenkant en zijn aan de buitenkant bedekt met zacht, zilverachtig haar. Enkele van hen hebben een ronde kopvorm met kleine uiteengeplaatste oren. Deze katten genieten de voorkeur op shows."
Het grootste verschil tussen de inheemse Britse Blauwe en de Russische kat zat in de vacht. Die van de Rus was korter en zijdeachtiger en had een mooie zilverglans. Een deel van de Russische katten had amberkleurige ogen. De meesten hadden echter groene ogen.
Tot in 1912 werd de naam Archangelsk Kat gebruikt voor dit ras. In dat jaar werd de Rus voor het eerst niet in een klasse gekeurd met de Britse Blauwe kat. Er werd op de shows onderscheid gemaakt tussen het meer zware en cobby type van de Blauwe Brit en de meer oosters gevormde Rus. Dat de Rus een meer oosters type had dan de Blauwe Brit bezorgde hem ook zijn nieuwe naam. In 1912 werd de Blauwe Rus oficieel geregistreerd onder de naam Foreign Blue. Het aantal liefhebbers en fokkers van het ras groeide. In de jaren dertig richtten zij gezamelijk de Vereniging van Liefhebbers van de Russisch Blauw op. Ook de standaard van de kat werd duidelijker omschreven en de groene oogkleur werd daarin als voorwaarde gesteld voor fok en show. De naam Russisch Blauw duikt pas officieel op in 1939 toen de eerste generatie katten onder die naam op shows verscheen. Deze naam heeft het ras tot op de dag van vandaag behouden.
De Tweede Wereldoorlog maakte bijna een eind aan de Rus als ras.
Er waren door de oorlogsomstandigheden nog maar zeer weinig Russen over.
De Engelse en ook de Zweedse fokkers begonnen toen als experiment met het infokken van Blue-point siamezen.
Blue-point Siamees
De reden hiervoor was de uitbreiding van de genetische basis, verbetering van de oogkleur en het ras geheel afzonderlijk te maken van de Blauwe Brit.
Helaas had de inmenging van de Siamezen vele vervelende consequenties.
Niet alleen werden de lichaamsbouw en de lichaamsproporties anders, maar werden ook gevreesde genetische afwijkingen van de Siamees in de Rus ingefokt.
Uiteindelijk werd de Rus een kat van Oosters type met een buisvormig lijf, een smalle botstructuur en een lange kop.
De verhoudingen van de oorspronkelijke Rus waren geheel veranderd.
In het begin van de 60-er jaren begon de Rus aan een ommekeer. De fokkers besluiten te gaan samenwerken om het ras zijn oorspronkelijke uiterlijk terug te geven. Daarvoor werd in 1965 een nieuwe rasstandaard geschreven. Hierin werd gesteld dat een Siamees type ongewenst was. Er werd nadruk gegeven aan de kwaliteit van de vacht en de snorhaarkussentjes die een wezenlijk deel zijn van de gezichtsuitdrukking van de Rus. Ook het profiel werd opnieuw bekeken. De hoek tussen neus en voorhoofd werd een aandachtspunt als tegenhanger van het recht doorlopende Siamezenprofiel. Deze standaard heeft gediend als basis voor alle huidige standaarden. Langzamerhand verdween het oosterse type weer uit de Rus. Rond 1972 had de Rus eindelijk zijn oorspronkelijke vorm min of meer terug. Toch was de genetische invloed van de Siamezen nog niet verdwenen. Tot op de dag van vandaag komen er bijvoorbeeld nog blue-point kittens voor in nesten van Russen, evenals oosters getypeerde blauwe kittens. In al die gevallen kan men er van uitgaan dat beide ouders in de vele generaties ervoor een Siamees hebben zitten. Deze kittens zijn overigens heel mooi om te zien en er zijn vele liefhebbers voor te vinden.
Men kan zeggen dat de door de Engelse fokkers ontwikkelde Blauwe Rus aan het begin staat van alle Russen van nu. Toch zijn er door de verschillende fokprogramma's in verschillende delen van de wereld grofweg drie types ontstaan. Het Engelse type, het Scandinavische type en het Amerikaanse type.
Het Engelse type kenmerkt zich door de wat zwaardere bouw en de rechtopstaande oorstand. Daarbij moet de buitenlijn van de kop verticaal doorlopen in de buitenlijn van de oren. De kleur van deze Engels getypeerde katten is middelblauw en ze hebben een mooi dichte,pluche, verende vacht. De snorhaarkussentjes zijn erg duidelijk geprononceerd en maakt dat de kop van de kat aan de onderkant breder lijkt dan hij is. De ogen van het engelse type zijn geloken en ze zien er vaak uit of ze te diep in het glaasje hebben gekeken. Geheel in Russische stijl wordt dit dan ook de Wodka-look genoemd. Het karakter van de Engelse Rus is wat gereserveerd en rustig.
In karakter lijkt het Scandinavische type op de Engelse Rus.
Het uiterlijk van deze Rus verschilt echter licht van dat van de Engelse Russen.
De oren van dit type staan wat meer aan de zijkant van de kop, zijn wat kleiner en staan iets verder uit elkaar.
De vachten zijn iets donkerder blauw van kleur en voelen stugger aan dan die van de Engelse Russen.
De ogen van deze Russen zijn iets opener dan de geloken oogvorm van de Engelse Rus maar nog steeds amandelvormig.
Het Amerikaanse type lijkt het minst van de drie op de oorspronkelijke Rus. Onder invloed van de voorkeur voor oosterse types is deze Rus veel slanker geworden dan het Engelse type. Niet alleen de lichaamsbouw verschilt. De vachtkleur van de Amerikaanse Rus is veel lichter dan die van de andere twee types. Er is een grote voorkeur voor lichte vachten, gecombineerd met felgroene ogen. Deze felgroene ogen zijn in vergelijking met de twee andere types meer rond dan amandelvormig. De oorstand van deze Russen is niet vergelijkbaar met die van het engelse type. de oren zijn groot en staan van de kop af. Wanneer je een lijn trekt van kin tot beide oren en tussen de twee oortoppen, dan ontstaat er een mooie driehoeksvorm. De snorhaarkussentjes van de Amerikaan zijn iets minder geprononceerd dan van de andere twee types. Daarentegen heeft de amerikaan het duidelijkst van de drie types de prachtige Russische glimlach op het gezicht.
De vacht is veelal een stuk korter en met iets minder ondervacht dan de de Engelse Rus.
Er is zoveel zilvertipping dat de kat eerder zilverkleurig aandoet dan blauw.
Het zijn opvallende verschijningen met veel dramatische contrasten in hun uiterlijk.
Het karakter van deze Russen wordt gezien als minder gereserveerd en wat brutaler dan dat van de andere twee types Russen.
De Blauwe Rus is een kat met een zeer zacht karakter, maar toch wilskrachtig en eigenwijs.
Ze houden erg veel van hun eigen mensen maar kunnen zich tegenover vreemden soms heel gereserveerd gedragen.
Over het algemeen heeft de Rus een zacht stemgeluid, hoewel dat bij krolse poezen vaak heel anders ligt.
Door zijn rustige, zachte en op mensen gerichte karakter is de Rus ook een kat die goed binnen een gezin met kinderen past.
Ook omdat ze dol zijn op het spelen van spelletjes en intelligente dieren zijn die veel kunnen leren.
Zo kunnen ze zich goed verstoppen en zijn meesters in de ontsnapkunst.
Op dit moment mag de Rus zich verheugen in een groeiende populariteit.
Misschien wel omdat het een kat is die ook voor de vele fultime werkende mensen goed te houden is.
De Rus kan namelijk goed alleen zijn en als binnenkat gehouden worden zolang hij bij thuiskomst maar genoeg aandacht krijgt.
Deze populariteit hoeft echter geen zegen te zijn.
Er zijn voorbeelden te over van populaire rassen die kapot gefokt zijn om maar in een korte tijd zoveel mogelijk aan de vraag te voldoen.
Bij de Rus zou dit dubbel slecht zijn vanwege de zeer smalle genetische basis van dit ras.
Door deze smalle genetische basis is het zeer belangrijk om verantwoord te fokken en zo te veel inteelt tegen te gaan.
Helaas ziet men bij populaire rassen het percentage inteelt alleen maar groter worden.
Het is te hopen dat de fokkers van deze mooie, speciale kat hun verantwoordelijkheid nemen om dit ras te behouden.
De witte Rus is ontwikkeld door de Australische fokster Mavis Jones.
Haar eerste witte kat was een door een medewerker van het thaise Consulaat meegebrachte witte korthaar kat uit Rusland.
Mevr. Jones heeft deze witte kat geruild tegen een stamboek Russisch Blauwe kat.
Sharaya
foto: cattery Hugs 'n Kisses
Er waren al eerder geruchten geweest van een in het wild in Rusland levende witte kat van het Russen type.
Zo kwam mevr. Jones op het idee om de Witte Rus als variëteit te ontwikkelen.
Omdat er vrij strenge eisen gelden voor het experimenteren met een nieuw ras, werkte mevr. Jones samen met een geneticus van de Universiteit van Sidney.
Samen met dr. F.W. Nicholas van deze universiteit zette zij een fokprogramma op.
Na een fokprogramma van vijf jaar werd de Witte Rus erkend en in 1976 werden de eerste Witte Russen in Australië op een tentoonstelling getoond.
De witte kleur van deze kat is dominant over alle andere kleuren. De andere kleuren, zwart en blauw, kunnen dan wel genetisch aanwezig zijn, maar worden door de witte kleur overschaduwd.
Daardoor kan het dat een witte poes rustig blauwe of zwarte kittens in een nest kan krijgen.
De Witte Rus is vooral in Australië erg populair.
In een aantal andere landen wordt de Witte Rus nog steeds niet erkend als ras en is daardoor ook niet op shows toegestaan.
De Witte Rus moet op alle fronten voldoen aan dezelfde uiterlijke eisen als de Blauwe Rus, met als enige uitzondering natuurlijk de kleur.
Deze moet stralend wit zijn, zonder een gele zweem of andere kleuren in de vacht.
Het neusleertje en de voetzolen van deze Rus zijn roze in plaats van blauw.
De zwarte Rus is eigenlijk geheel bij toeval ontstaan. In de derde generatie Witte Russen van Mavis Jones kwam ineens een zwart kitten te voorschijn. In eerste instantie werd gedacht dat dit een toevalstreffer was, maar er kwamen nog meer van deze zwarte kittens. De zwarte Rus is daarna op feitelijk dezelfde wijze verder ontwikkeld. De zwarte Rus is in Nederland nooit echt populair geworden. Net als voor bij de Witte Rus is de standaard voor de Zwarte Rus overeenkomstig die van De Blauwe Rus. Behalve natuurlijk de kleur van de kat, die gitzwart moet zijn, zonder bruinzweem en met een zwart neusleertje en zwarte voetzolen.
Miluska
foto: cattery Hugs 'n Kisses
De Nebelung
De Nebelung is ontstaan in Amerika, waar de zwarte huiskat Elsa, wiens vader op een zwarte Angorakat leek, tweemaal in een nestje een halflangharig kitten kreeg met een prachtige blauwe kleur.
Het eerste kitten, een katertje dat de naam Siegfried kreeg, werd in 1984 geboren.
Een aantal maanden later zat er zowaar een poesje van hetzelfde type en weer met een halflangharige vacht in het nestje.
Deze dame, iets lichter blauw dan haar oudere broer, kreeg de naam Brunhilde.
De eigenaresse van deze twee kittens was Cora Cobb.
Mevr. Cobb was van mening dat deze twee katten best eens een nieuw ras konden gaan vormen.
Om dit te realiseren nam ze contact op met de geneticus dr. Solveig Pfleuger.
Nadat deze de katten bekeken had, kwam hij tot de omschrijving van een halflangharige Rus.
Samen met mevr. Cobb heeft dr. Pfleuger een rasstandaard geschreven en mevr. Cobb, een Wagner fan, heeft ze de naam Nebelung gegeven.
De Nebelung moet op alle punten voldoen aan de rasstandaard van de Blauwe Rus.
Alexander van Song de Chine
foto: Anke Zekveld, cattery Azadeh
Was bij de Witte en Zwarte Rus de kleur het verschil, hier zit het verschil hem in de
lengte van de vacht.
Deze moet halflang en zijdezacht zijn en van een mooie blauwe kleur.
Siegfried en Brunhilde werden zo de basis voor de Nebelung in Amerika.
Deze genetische basis was natuurlijk veel te smal om een gezond ras van te krijgen.Er moest daarom een
ras gevonden worden om mee te kruizen en zo een bredere genetische basis te scheppen. Het ras dat het
meest leek op het type kat dat Siegfried en Brunhilde waren, was de Blauwe Rus, hoewel kortharig.
Daarom werden en worden er Blauwe Russen in de Nebelung ingekruisd.
De kortharige kittens uit deze kruisingen worden aangeduid met Rus Variant en mogen alleen
nog voor de Nebelung fok gebruikt worden, hoewel zij qua uiterlijk niet verschillen van de
Blauwe Rus.
Zij zijn echter drager van het recessieve langhaargen en indien gekruist met een andere drager
van dit gen kunnen er langharen uit geboren worden.
Dit lange haar is binnen de Blauwe Russen niet gewenst en daarom worden de beide rassen door
middel van de aanduiding variant bij de kortharige Nebelungen gescheiden gehouden.
Op een gegeven moment hoorde mevr. Cobb van het bestaan van een Russische Nebelung, geboren
uit twee kortharige Blauwe Russen.
Uiteindelijk weet mevr. Cobb deze Russische cattery te achterhalen en koopt er een Nebelung
bij.
Inmiddels is de Nebelung over de hele wereld verspreid geraakt, hoewel er nog niet erg veel
fokkers van zijn.
Behalve in zijn uiterlijk, lijkt de Nebelung ook in zijn karakter erg op de Blauwe Rus.
Het zijn aanhankelijke en intelligente katten die erg op hun mensen gericht zijn.De naam
van het ras past erg goed bij zijn nevelachtige blauwe vacht.
Door verschillende overkoepelende kattenverenigingen worden verschillende standaarden gehanteerd voor het keuren van de Rus. De standaard van de Fife aangesloten verenigingen (Mundikat, Felikat) neigt meer naar het Amerikaanse type. Terwijl de standaard van de Onafhankelijke Verenigingen (NKFV, NVVK, NRKV....) zich meer richt op het engelse type. Daardoor komt het zelden voor dat je beide types op een show terugvind.
Rasstandaard NOK Blauwe RusKop:
Korte wig met vlakke schedel tussen de oren.
Kort wigvormig snuitje met geprononceerde snorhaarkussentjes die de snuit breder laten eindigen.
In het profiel zijn het voorhoofd en de neus recht.
Zij maken een lichte confexe hoek ter hoogte van de bovenste oogrand; er mag geen stop of deuk zijn of een recht profiel.
Stevige en volle kin en goed sluitend gebit.
Rechte lijn van neuspunt naar kin.
Bij kittens lijkt de kop vaak wat ronder en is de hoek van het profiel nog niet zo duidelijk.
Oren:
Grote puntige oren, breed aan de basis en verticaal geplaats.
De buitenkant van het oor zet de lijn voort van de bovenkant van de kop-bij katerwangen kan dit iets minder duidelijk zijn.
Weinig haargroei aan de binnenkant van de oren.
Ogen:
Amandelvormige ogen; vrij wijd uit el;kaar geplaatst, niet te klein of te diepliggend.
Oogkleur schitterend eenkleurig groen; bij kittens mogen de ogen later op kleur komen.
Lichaam:
Lang en slank met een gracieuze houding, maar wel stevig gespierd.
Cobby of zware bouw is ongewenst.
Poten en voeten:
Middelzware beenderstructuur.
Lange poten met kleine, ovale voeten.
Staart:
Matig lang, taps toelopend, in verhouding met het lichaam.
Mag stevige aanzet hebben, maar geen zweepstaart of rond uiteinde.
Vacht:
De vacht is dubbel met een zeer dicht ingeplante ondervacht.
Kort, fijn en zacht.
Hij mag niet stug aanvoelen.
De vacht is zeer verschillend van de andere vachtstructuren van kortharen en het ware kenmerk van de Rus.
Kleuren:
Blauwe Rus:
Eenkleurig blauw met een duidelijk waarneembare zilverglans. Bij voorkeur middenblauw.
De vacht is doorgekleurd tot aan de haarwortels.
De haren vertonen geen ticking of tipping, hoewel er in de haarpunt pigment kan ontbreken waardoor de zilverglans ontstaat.
Bij volwassen katten mag geen ghostmarking (tabbypatroon) meer te zien zijn.
Neusleertje blauw, voetzolen mogen lichter zijn dan het neusleertje.
Witte Rus:
Zuiver witte vacht zonder gele zweem.
Gekleurde kopvlek aleen toegestaan bij kittens.
Neusleertje en voetzolen roze.
Zwarte Rus:
Gitzwarte vacht, doorgekleurd tot aan de haarwortels. Een bruine zweem is toegestaan bij kittens.
Neusleertje en voetzolen zwart.
Puntenverdeling GCCF:
Kop en oren: 20
Oogvorm en -kleur: 15
Lichaam, poten en staart: 20
Vachtstructuur: 30
Vachtkleur: 15
terug